Flamingo (Phoenicopterus ruber) een vogel observatie aan de kust van Spanje
Vogels Spanje; De flamingo (Flamenco común in het Spaans)– grootte 125 – 145 cm – spanwijdte 140 – 165 cm is een onmiskenbare watervogel met een bleekroze verenkleed dat soms bijna wit aandoet. De snavel heeft de vorm van een banaan en is roze gekleurd met een zwarte punt en de lange poten van de flamingo’s zijn donkerroze van kleur. In de vlucht is het silhouet van de flamingo karakteristiek, zowel de lange nek als de poten blijven uitgestrekt. Het verenkleed van jonge vogels heeft een beige kleur met tevens een vaalkleurige snavel en poten. De soort komt zelden alleen voor, ze zijn over het algemeen te zien in groepen tot wel enkele duizenden exemplaren groot. Deze flamingosoort (Phoenicopterus ruber) komt voor in Afrika, Azië en Europa (vooral in de landen rond de Middellandse Zee). In Spanje komt de soort zowel aan de kust voor als in het binnenland. Ze zijn niet honkvast, ze trekken tussen plekken waar de omstandigheden gunstig zijn. Vogels Spanje; De soort heeft (ondiepe) zoutmeren of brakke wateren nodig waar voldoende voedsel in te vinden is. In de wereld wordt de populatie van deze soort geschat op zo’n 700.000 individuen, waarvan er tussen de 56.000 en 58.000 broedparen in Europa voorkomen. In Spanje biedt de provincie Alicante een belangrijke plekken met een geschikt habitat. Zo zijn de Salinas van Calpe, Salinas de Santa Pola en El Hondo goede plekken om deze prachtige vogels te zien. Flamingo’s waden door het water in groepen op zoek naar eten. Hun snavel gebruiken ze om water op te zuigen, de tong drukt het water vervolgens via de snavellamellen weer naar buiten, waarbij kleine voedseldeeltjes achterblijven (zoals larven, insecten, algen, kleine garnaaltjes, schaaldiertjes etc). Ze broeden in kolonies, van honderden tot duizenden broedparen bij elkaar. Dit gebeurt in gebieden met ondiepe zoutmeren waar er gedurende de gehele periode een stabiel waterpeil is en waar er eilandjes zijn, zodat het voor roofdieren moeilijker wordt om bij de eieren / kuikens in de buurt te komen. Als er tijdens de broedtijd veranderingen optreden is het niet zeldzaam dat de gehele broedkolonie de plek verlaat om elders hun heil te zoeken.